Bipolaire therapie

De lucht is altijd blauw, je partner is altijd gelukkig en je collega’s zijn nooit onvriendelijk. Het huis is helemaal opgeknapt, om de drie jaar staat een nieuwe auto voor de deur, de spaarpot is goed gevuld en je voelt je zo jong als een achttienjarige. Het is het ideaal plaatje waar veel mensen van dromen én naar streven: een voortdurende staat van geluk. Het blijkt in de praktijk echter dat voortdurend gelukkig willen zijn meestal alleen maar ongelukkig maakt.

Wat is bipolaire therapie?

Bipolaire coaching en counseling bij psychologenpraktijk Armando Theunisse leert de mens te leven op een andere grondslag.

Geluk nastreven maakt de mens niet per definitie gelukkig. Doordat mensen daar zo druk mee bezig zijn, vergeten ze dat lijden ook bij het leven hoort. Typisch menselijke eigenschappen zijn ons vreemd geworden. Het lijden is in de visie van veel mensen de ongewenste kant van het leven: een relatie die toch niet zaligmakend is, een baan die af en toe flink tegenvalt of een lichaam dat niet meer de allerbeste prestaties levert. Maar het is juist dankzij het lijden dat mensen beseffen en kunnen voelen wat geluk is.

Het besef dat mensen niet altijd gelukkiger worden van een groot huis, een mooie auto en een leuk gezin, maakt hen des te ongelukkiger. In de jaren tachtig en negentig lag de nadruk op positief denken. Je moest jezelf ’empoweren’, nog meer op vol vermogen gaan werken. Daar werd een emotionele beloning aan gekoppeld: je zou je gelukkiger voelen. Maar dat ervaren mensen doorgaans niet. Zij blijven vaak met een leeg gevoel zitten.

Hoe werkt bipolaire therapie?

Een aantal jaren geleden staken twee hulpverleners, agoge Clemence Leijten en eerstelijnspsycholoog Armando Theunisse de hoofden bij elkaar. Ondanks de gangbare behandelmethodes kwam een aantal cliënten terug. Hun geluksprobleem leek niet oplosbaar. Ze ontdekten dat mensen vooral gericht zijn op het (eenzijdig) vergaren van geluk, wat Theunisse en Leijten een ’unipolair’ leven gingen noemen. Pas wanneer de mens het verzet stopt om ook ongeluk te ervaren, dus ’bipolair’ (de pool werkt dankzij de tegenpool) te leven, krijgt geluk weer de oorspronkelijke waarde.


Onze hele maatschappij is unipolair. In de reclame zien we veel van die ’nivea-vrouwen’ die stralend blij zitten te zijn. De goegemeente gelooft dat de mens zo hoort te zijn. Zelfs als je incontinent bent, moet je blij zijn, leert de reclame van Tena-luiers.” Het effect van deze massale blijheid is dat het individu ook gelooft dat vrolijkheid en gezondheid de maatstaven zijn waarnaar gestreefd moet worden. Mensen vinden dat ze gezond horen te zijn, dat ze altijd blij moeten zijn. Als ze zich daarentegen verdrietig voelen, moet een therapie ervoor zorgen dat dit verholpen wordt. Pas als ze weer vrolijk zijn, is de therapie geslaagd.


De bipolaire benadering leert dat bij geluk ongeluk hoort, bij vreugde verdriet. Het klopt dat je je af en toe verdrietig voelt of dat je soms een hekel aan je echtgenoot hebt. Dat hoort bij de schommeling van het leven. Je gevoelsleven speelt zich af tussen tegengestelde menselijke eigenschappen. Ieder mens herbergt in zichzelf bijvoorbeeld de eigenschappen luiheid en ijver. Wie streeft naar alleen ijverig zijn, werpt een dam op in de schommeling tussen die twee eigenschappen. Een mens dient ook lui te zijn. Wie alleen haat voelt in zijn relatie heeft een dam opgeworpen zodat hij niet meer bij de liefde kan komen.


Juist het verzet tegen die gevoelens maakt dat mensen er obsessief mee omgaan. De bipolaire visie vraagt een verandering in de attitude. In de opvoeding waren we gewend om unipolair te werken. Je ziet dat bij de feminisering van de opvoeding in de jaren tachtig: je bent pas leuk als je ophoudt met huilen en agressie is niet goed. In de unipolaire opvoeding moeten kinderen leren hun doelen helder te formuleren, terwijl ze ook onzeker zijn. Angst en woede worden afgeleerd, terwijl die bij kinderen een manier zijn om hun kracht te ontdekken. Wie dat negeert, krijgt jonge mensen die later met zichzelf in de knoop zitten, omdat ze niet hebben geleerd om ook onzeker te zijn of boos of bang. In hoeverre kun je kinderen dan nog opvoeden, hen bijvoorbeeld leren dat het niet goed is om de ander naar de keel te vliegen? Er moet ruimte zijn om boosheid te voelen. Dat betekent niet meteen dat er ook een steen door de ruit moet. Het gaat er niet om dat er geen grenzen mogen worden getrokken.


In de bipolaire levensbenadering worden er wel grenzen getrokken, als er maar binnen die grenzen ruimte is voor gevoelens, ook als deze bijvoorbeeld voor de ouders, of het individu, niet gewenst zijn. In een unipolaire opvoeding geven we kinderen ruimte om blij te zijn, maar daarentegen accepteren we niet als ze huilen of verdrietig zijn. Waarom zeggen we niet: huil maar, kennelijk heb je een reden om je even niet prettig te voelen. Pas na het ervaren van het verdriet komt er weer blijheid. Die gevoelens fluctueren.
Is troosten uit den boze? „Nee, als troost het kind bevestigt in zijn verdriet, dan is het goed. Maar het kind moet niet het gevoel krijgen dat huilen niet goed is.


In de bipolaire benadering wordt geleerd alle emoties goed te doorvoelen. Alleen dat zorgt ervoor dat emoties gaan fluctueren en dat er balans komt in ons emotionele gevoel van welbevinden. Door bijvoorbeeld woede te voelen zorgt dat ervoor dat de woede langzaam weg ebt. Zodoende wordt de situatie niet op de spits gedreven.


Een belangrijk kernpunt in de bipolaire levenswijze is dat mensen af moeten van het geloof in de ultieme liefde of het alles bevredigende werk. De kracht van een hoogtepunt kan worden ervaren dankzij een dieptepunt. Natuurlijk, het is een heerlijk gevoel als je verliefd bent, maar accepteer ook dat er een andere kant aan de liefde zit: de haat. Veel huwelijken zetten in op alleen geluk en daardoor gaan partners ruzies uit de weg. Zij willen de dalen niet meer, maar daardoor reiken zij ook niet aan de toppen van het geluk. Bij psychologenpraktijk Armando Theunisse doorloopt een cliënt een programma, waarbij hij leert zijn leven met behulp van bipolariteit weer in balans te krijgen.